Insuline is een hormoon wat onmisbaar is voor onze stofwisseling. Zodra we eten maakt ons lichaam insuline aan zodat de glucose uit de bloedbaan opgenomen kan worden.
Glucose is onze voornaamste bron van energie. Glucose is een vorm van enkelvoudig suiker die in de vorm van glucose in onze voeding kan voorkomen. De meeste glucose maakt het lichaam echter zelf van complexe koolhydraten uit onze voeding. De complexe koolhydraten worden als het ware opgeknipt tot glucose waarna ze aan de bloedbaan afgegeven kunnen worden.
De cellen in ons lichaam, de spier- en hersencellen in het bijzonder, hebben de glucose nodig als brandstof. Deze cellen zullen echter gesloten zijn en kunnen geen glucose uit het bloed opnemen. En dat is waar insuline om de hoek komt kijken. Insuline is als het ware de sleutel die de cellen kan open zetten zodat deze de glucose op kunnen nemen. Zonder insuline zouden we dan ook geen glucose kunnen opnemen en we zouden ons erg moe gaan voelen omdat onze cellen niet worden voorzien van insuline.
Behalve voor de opname van glucose is insuline betrokken bij andere processen in het lichaam. Zoals:
- Het regelen van de kaliumspiegel
- De synthese van eiwitten
- De synthese van vetten
- De synthese van glycogeen in lever en de spieren
- Het reguleren van de bloedglucosespiegel
- Het transport van glucose
- De lipolyse
Insuline wordt door de alvleesklier (pancreas) aangemaakt zodra er glucose in het bloed komt. De hoeveelheid insuline die de pancreas aanmaakt is afhankelijk van de hoeveelheid glucose in het bloed en de snelheid waarmee de bloedglucosespiegel stijgt. Zodra de glucose uit het bloed is opgenomen is de insuline niet meer nodig. Het lichaam gebruikt hormonen die een tegenovergestelde werking van insuline hebben om de werking van insuline te neutraliseren. Deze hormonen zijn glucagon, cortisol en adrenaline.
Wat als de pancreas geen insuline aanmaakt
Er zijn twee ziekten waarbij de pancreas geen insuline aanmaakt. Dit zijn diabetes type 1 en diabetes type 2. Bij diabetes type 1 maakt de alvleesklier helemaal geen insuline meer aan en bij diabetes type 2 nog maar beperkt.
Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte die onomkeerbaar is. Het immuunsysteem heeft de pancreas aangevallen waarna deze onherstelbaar beschadigd is. Bij diabetes type 1 is het een absolute must dat er insuline gespoten wordt. Indien dit niet wordt gedaan dan zal er al snel een levensbedreigende situatie ontstaan. 100 jaar geleden stierf men nog als men diabetes type 1 kreeg, tegenwoordig kunnen we gelijk insuline maken die met een injectiepen toegediend kan worden.
Bij diabetes type 2 is de pancreas uitgeput geraakt waardoor deze onvoldoende insuline meer aanmaakt. Dit is omkeerbaar. Het is mogelijk om de pancreas te laten herstellen zodat deze weer voldoende insuline kan aanmaken. Diabetes type 2 is dan ook een totaal andere ziekte dan diabetes type 1. Diabetes type 1 krijgt men meestal al op jonge leeftijd terwijl diabetes type 2 meestal pas op latere leeftijd ontstaat. Diabetes type 2 is wat men vroeger ouderdomssuiker noemde, tegenwoordig spreken artsen echter consequent over diabetes type 2 omdat deze ziekte steeds vaker op jonge leeftijd vast gesteld wordt.
Diabetes type 2 is het gevolg van de leefstijl. Met name de voeding heeft een grote rol in het ontstaan van diabetes type 2 maar er zijn ook andere factoren die het risico verhogen. Dit zijn factoren zoals beweging, een zittend beroep, roken en drinken.
Wat betreft de voeding zijn de toegevoegde suikers en geraffineerde koolhydraten de grote boosdoeners. Door deze te eten stijgt de bloedglucose snel waardoor het lichaam veel insuline moet aanmaken. Dit is niet zo erg als dat sporadisch gebeurt maar het kan een probleem worden als dit dagelijks het geval is. Omdat insuline ook de lipolyse (vetverbranding) remt komen mensen aan die vaak toegevoegde suikers of geraffineerde koolhydraten eten. Dit onder invloed van de hoge insulinespiegels.
Toegevoegde suikers zitten in voedingsmiddelen zoals frisdranken, melkdrankjes, toetjes, koek, snacks, sauzen en snoep. Geraffineerde koolhydraten zitten in voedingsmiddelen zoals koek, brood, ontbijtgranen, pasta, pizza en deegwaren.
Als men aankomt ontstaat er een probleem. Het gaat hierbij specifiek om het aankomen rondom de buik, het vet wat rondom de organen ligt opgeslagen wordt visceraal vet genoemd. Visceraal vet zorgt ervoor dat het lichaam ongevoelig wordt voor insuline. Dit wordt insulineresistentie genoemd. Insulineresistentie heeft als gevolg dat de cellen zich niet meer goed openen om de glucose uit het bloed te kunnen opnemen. Hierdoor reageert het lichaam door nog meer insuline aan te maken.
De insulineresistentie zorgt dus voor een verhoogde aanmaak van insuline wat als gevolg heeft dat het lichaam nog meer vet wilt gaan vasthouden en opslaan. Als je hierdoor aankomt dan wordt de insulineresistentie nog groter en gaat het lichaam nog meer insuline aanmaken. Net zolang tot dat je op het punt komt dat de pancreas uitgeput is. Dit gebeurt pas na vele jaren. Op dit punt aangekomen is het als diabetes type 2 patiënt ook nodig om insuline te gaan spuiten.
Zoals al aangegeven is diabetes type 2 omkeerbaar. Het is mogelijk om weer gevoelig te worden voor insuline en de pancreas te laten herstellen. Diabetes type 2 omkeren is niet eenvoudig, hiervoor moet afgevallen worden wat lastig is omdat de insulinespiegels hoger zijn dan normaal. Het beste kan voor het afvallen gebruik gemaakt worden van een koolhydraatarm dieet. Omdat er weinig koolhydraten in het dieet zijn opgenomen blijft de bloedglucose lager en is er minder insuline nodig. Het laag houden van de insulinespiegels maakt het voor het lichaam mogelijk om vet te gaan verbranden.